PUBLICATIES VAN MVJA

Rechtspraak in de zorg: herstel van de arbeidsovereenkomst van een arts

Een ziekenhuis dat van de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met een arts wilde beëindigen, moet van het gerechtshof de arts opnieuw toelaten tot zijn werkzaamheden. De hoge werkdruk op de afdeling, onvoldoende onderbouwde beschuldigingen en positieve evaluaties van de arts vormden belangrijke overwegingen in deze zaak.

Achtergrond van de zaak
De arts werd beschuldigd van scheldpartijen en het maken van denigrerende opmerkingen op de werkvloer. De werkgever stelde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden wegens een onveilige werksfeer en een bedreigend leerklimaat. Het gerechtshof oordeelde echter dat de ontbinding niet gerechtvaardigd was, mede vanwege de drukke omstandigheden op de operatiekamer, waar de communicatie kan lijden onder de stress van levensbedreigende situaties.

Belang voor de praktijk
Om ongewenst gedrag op de werkvloer te voorkomen, is het voor organisaties cruciaal om een duidelijke gedragscode of protocol te hanteren, evenals een klachtenregeling. Dit biedt helderheid en maakt het gemakkelijker om ongewenst gedrag te sanctioneren.

Daarnaast moet men rekening houden met de omstandigheden waarin een werknemer opereert. In deze zaak ging het om situaties waarin leven en dood op het spel stonden. Dit betekent niet dat de arts zich niet aan de gedragscode hoefde te houden, maar het is wel een relevante factor bij de beoordeling van de situatie.

Een consistent en duidelijk systeem voor het vastleggen van jaargesprekken met werknemers is ook van groot belang. Het ziekenhuis had al jaren klachten over de arts, maar in de laatste twee jaarverslagen werd zijn functioneren als goed beoordeeld, wat het ziekenhuis werd aangerekend. Het ontbreken van deze verslagen in de procedure speelde ook een rol in de uiteindelijke beslissing.

Wat er aan voorafging
De arts, werkzaam als medisch specialist en hoogleraar, leidde de stafleden die traumadiensten verrichtten. Er was bijna tien jaar aan gemelde incidenten tussen de arts en met name artsen in opleiding en verpleegkundigen, waaronder scheldpartijen en denigrerende uitspraken. Ondanks meerdere coachingstrajecten en mediation tussen de betrokken partijen, stelde het ziekenhuis dat de arts in strijd handelde met de gedragscode en dat de samenwerking al jarenlang problematisch was.

De rechtszaak
In eerste aanleg oordeelde de rechtbank dat er geen verwijtbaar handelen van de arts was, maar dat de arbeidsrelatie wel duurzaam verstoord was. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met toekenning van een transitievergoeding. De arts ging in hoger beroep.

Het gerechtshof vernietigde de uitspraak van de rechtbank. Het hof oordeelde dat de arbeidsrelatie niet ernstig en duurzaam verstoord was. Belangrijke overwegingen waren onder andere:

- De arts is de enige volledig gespecialiseerde orthopedisch traumachirurg en draait twee keer zoveel traumadiensten als zijn collega's.
- De omstandigheden in de operatiekamer zijn extreem, met hoge tijdsdruk en complexe, levensreddende operaties.
- Er waren veel positieve reacties van collega’s, die de situatie nuanceerden.
- De arts had coachingstrajecten gevolgd en zijn functioneren was in de meest recente jaargesprekken als goed beoordeeld.

Het gerechtshof concludeerde dat de arbeidsovereenkomst van de arts hersteld moest worden.

Conclusie
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorginstellingen om zorgvuldig om te gaan met beschuldigingen van ongewenst gedrag en de context waarin werknemers functioneren. Het waarborgen van een veilige en ondersteunende werkomgeving is essentieel, net als het hebben van duidelijke richtlijnen en communicatiekanalen.

Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2024:2950, 22 oktober 2024